VF01

Cursus Creatief Schrijven: Afsluiting

Vervolg op: Cursus Creatief Schrijven: Week 6

Op 14 december was alweer de laatste les. Geen thuisopdracht deze keer, want we zouden elkaar hierna niet meer ontmoeten. Wel zouden we nog een kleine poëzie les krijgen. Deze laatste les leerden we een bestaand gedicht in een nieuw jasje te steken. Een oefening waardoor je leert kijken hoe andere dichters of schrijvers te werk gaan.
Allereerst was het de bedoeling om allemaal emoties en categorieën op te schrijven. Daaruit moest dan van elk één worden uitgekozen. In mijn geval 'jaloezie' en 'sprookjes' en van de categorie 'sprookjes' moest ik dan allemaal steekwoorden die daarmee te maken hadden opschrijven. Hieruit kwam het woord 'heks'.
Vervolgens was de opdracht om het bestaande gedicht waarin de emoties en categorie waren verdwenen in te vullen met de emotie (jaloezie) en, in mijn geval, het woord heks. Op sommige plaatsen moest dan bovendien een synoniem komen te staan voor het woord heks, maar wel op de manier dat het ritme van het gedicht nog klopte.

Opdracht 9: Gedicht

Jaloezie is een heks

Is een heks, is een heks

Jaloezie is een heks, is een heks, is een oude toverkol

Heks

Is een verschrikkelijke heks

Is een harde, een hatelijke, een halvegare

Van een heks

Is een heks, is een heks

Is een boze stiefmoeder, is een heks, is een Magica, is een heks

Is een broze, bibberende, borrelende heks

Is een heks, is een heks

Jaloezie is een heks, is een heks

Is een heksje

En vliegt weg.

VF01

Cursus Creatief Schrijven: Week 6

Vervolg op: Cursus Creatief Schrijven: Week 5

De cursus loopt op een eind. Het was vandaag tijd voor de allerlaatste thuisopdracht, want volgende week zal de laatste les zijn. Het thema van deze week: Faction. Een genre wat de laatste tijd steeds vaker in opkomst is. Het woord 'faction' is een samenvoeging van 'fictie' en 'facts'. Dit zijn dan ook informatieve verhalen (facts), maar dan geschreven met de technieken van fictie verhalen om het verhaal wat boeiender te schrijven. Er word dan ook veel gebruik gemaakt van de technieken uit de laatste weken, als personages en see, don't tell. Wij zouden ons voornamelijk richten op reisverhalen.
De eerste opdracht voor ons was zo veel mogelijk mooie bestemmingen op te schrijven waar we heen zijn geweest en daaruit jouw top 3 te kiezen. In mijn lijstje zaten onder andere de nijlcruise in Egypte en de stedentrip naar Kopenhagen. Maar uiteindelijk bestond haalde dit het niet bij mijn top drie.
Uiteindelijk kregen we vijf minuten de tijd om in duo's onze top drie te beschrijven en de ander zou dan jouw reis uitkiezen waarover je uiteindelijk zou moeten schrijven.
Ik begon met de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella die ik gelopen heb. Als tweede beschreef ik mijn roadtrip door Zuid-Nederland die ik in mijn eentje deed en veel plaatsen waar mijn familiegeschiedenis ligt. En als laatste de roadtrip door Zuid-Zweden en delen van Duitsland en Denemarken. Voordat we samen gingen zitten wist ik nog niet wat de bedoeling van de opdracht om allemaal locaties op te schrijven. Toen ik uiteindelijk de opdracht te horen kreeg hoopte ik stilletjes dat Zweden niet zal gekozen worden omdat ik in de voorgaande weken al zoveel verhalen over Zweden had geschreven. Daarnaast had ik bovendien al een reisverslag hier over gemaakt. Maar uiteraard werd Zweden gekozen.
Uiteindelijk besloot ik het over een andere boeg te gooien en mijn laatste volledige dag in Zweden, voordat we de volgende dag richting Denemarken zouden verder reizen, in een faction verhaal te gaan verwerken.

Opdracht 8: De trollenfamilie van Olofstrøm

Het werd al schemerig toen we met ons buikje vol gegeten van het kleine wegrestaurantje terug richting ons hotel liepen. Het kleine, afgelegen stadje Olofstrøm, in het zuiden van Zweden ligt er stil en vredig bij. De hoge, bijna tropische middagtemperatuur is inmiddels afgekoeld tot een graad of achttien. In de lucht valt een enigszins rode gloed te zien in de verder bijna wolkeloze donkerblauwe lucht. Het laatste beetje bewijs van de aanwezigheid van de zon die deze zomer ook hier in het noorden van Europa al dagenlang fel aan de hemel staat te branden.

Druk kletsend lopen Lisanne en ik over de grote brug die leidt naar het centrum. Het centrum is in deze een breed begrip aangezien het centrum van Olofstrøm bestaat uit een stuk of drie woonwijken, een benzinestation, een buurtsuper en enkele restaurantjes. Hoe is het mogelijk dat we elkaar pas drie maanden kennen en tijdens onze reis zo erg naar elkaar zijn toegegroeid? Door de diepe gesprekken die we inmiddels al gevoerd hebben tijdens onze reis door Duitsland, Denemarken en Zweden kan ik nu wel met zekerheid zeggen dat we elkaar al beter kennen dan veel van onze vrienden. Maar in deze magische wereld vol met uitgestrekte landschappen, elanden en mooie blauwe meren praat dat natuurlijk al een stuk makkelijker.

Terwijl we verder lopen besluiten we halsoverkop om de zijweg die naar ons hotel leidt te negeren en onze avondwandeling nog wat te verlengen. Om op onze laatste avond in Zweden nog optimaal van de schone lucht en ultieme rust die dit land te bieden heeft te genieten. Net als bijna overal waar we komen zijn de mensen die hier werken ook weer uiterst behulpzaam en gastvrij en hebben wij de code van de toegangsdeuren van het hotel gekregen, zodat we ook na tienen als het personeel al weg is en de deuren gesloten nog onze kamer kunnen gaan opzoeken.
Tijdens onze wandeltocht lopen we door woonwijken maar komen we ook langs vrijstaande huizen. Eén van die huisjes trekt gelijk mijn aandacht. Wij lopen zelf over een heuvel en als we aan onze linkerkant kijken zien we naast de weg, in het dal, een huisje staan dat wel lijkt te zweven. De bovenste van de twee verdiepingen staat op onze ooghoogte en vanaf één van de kamers op die verdieping loopt een houten loopbrug die het huisje met de straat waar wij nu staan verbindt. Ik ben gelijk verliefd op dit idyllische huisje!
Nadat we even dit huisje bewonderd hebben lopen we verder en slechts een paarhonderd meter verder blijven we weer stil staan. Maar dit keer niet om van de Zweedse architectuur te genieten.
Het is inmiddels al na tienen en pikkedonker. Het enige licht om ons heen komt van een enkele verdwaalde straatlantaarn en een gat in de rots aan onze rechterkant. Ogen lijken ons van alle kanten aan te staren. We worden bekeken. Avonturiers als we zijn gaan we toch maar eens dat licht in die rots van dichtbij bekijken. We schrikken ons rot. Naast ons duiken opeens twee lelijke levensgrote trollen op. Gelukkig, ze zijn niet echt maar het zijn twee gigantische standbeelden. Ze kijken ons streng aan en lijken daar de wacht te houden van wat aan het einde van dit drie meter lange paadje staat.
We kijken naar binnen bij het gat in de rots en we betreden een andere wereld. De opening in de rots is volledig ingericht met kleine poppenmeubeltjes, feestelijke vlaggetjes en word verlicht door lange rijen kerstverlichting. Op de bankjes en stoeltjes zitten een grote verscheidenheid aan trollen. Grote trollen, kleine trollen, oude trollen, jonge trollen… En elke keer als we even weg en weer terug kijken zien we weer wat nieuws in deze trollengemeenschap. De Efteling zou jaloers zijn op dit tafereel. Na verloop van tijd besloten we toch nog even verder te lopen en overal blijken de trollen in terug te komen. In standbeelden, in tekeningen, overal waar we kijken: trollen, trollen en nog meer trollen. We komen aan bij een speeltuintje en wat denk je?! Trollen! De speeltuin heeft een trollennaam, de speeltoestellen zijn ook compleet in trollenthema.
Opeens valt me iets op en tik ik Lisanne naast me aan. “Is dat niet ons hotel?” En dat blijkt inderdaad ons hotel te zijn. We zijn in een grote cirkel om het hotel heen gelopen en ondanks dat we hier al ruim dertig uur verblijven komen we er nu pas achter dat deze trollengemeenschap zich vlak achter ons hotel bevindt.
We ploffen neer op een houten bankje aan de rand van de speeltuin. Moe van het late tijdstip, de lange wandeling en de vele indrukken, niet alleen van vandaag maar van de hele week. En zelfs als je dan alles wel gezien dacht te hebben kijken we opzij en blijkt dat in de rug en arm leuning door een kunstenaar twee grote trollen zijn uitgehouwen op een manier alsof het lijkt dat de ene trol zijn arm achter mijn rug houd en de andere achter die van Lisanne.
Lang zijn we daar, ten midden van al die trollen, blijven zitten en kletsen tot we pas na middernacht met opnieuw wat avonturen rijker de ‘lange’ wandeltocht van honderd meter terug naar ons hotel maakten.

Trol… uh einde!

VF01

Cursus Creatief Schrijven: Week 5

Vervolg op: Cursus Creatief Schrijven: Week 3-4

Na een weekje rust hervatten we op 30 november weer vol frisse moed onze cursus. De komende week stond in het teken van 'see, dont tell' of zoals Machtelt het graag noemde: "see and tell"
De opdracht was simpel. Beschrijf een setting of gevoel zonder het letterlijk te benoemen. Met deze verhalen techniek kan je net wat meer spanning opbouwen in je verhaal. Om dit te oefenen kregen we de opdracht om tijdens de les een kort verhaal te schrijven met als titel 'Een gezellig feestje' zonder de woorden 'gezellig' en 'feestje' of een synoniem daarvan te benoemen.

Opdracht 6: Het was een gezellig feestje

De harde muziek dreunt door mijn lichaam heen. Overal om me heen hoor ik mensen, lachen, praten en simpelweg plezier hebben. Zelf zit hier op de stoel. Met klamme handjes knijp ik de leuning fijn. Mijn vriend vraagt of het nog met mij gaat. Er komt een droge “ja” uit terwijl een nieuwe golf van duizeligheid door mijn lichaam heen schiet. Ik maak mezelf al lang niet meer druk om mezelf. Des te meer of ik anderen niet tot last ben met mijn gedoe.
Iemand tikt me op mijn schouder. Geen idee wie. Hij begeleid me aan mijn arm naar buiten. Naar de auto, waar mijn moeder staat te wachten om me mee naar huis te brengen.

Mijn klasgenoten zouden me later vertellen dat het een heel gezellig feestje was.


Na deze opdracht was het tijd voor de thuisopdracht van deze week. We kregen de personages, achtergrond en setting van Machteld cadeau. Voor de rest moesten we zelf invulling geven aan een kort verhaal waarbij we de techniek van 'see, don't tell' toepasten.

Opdracht 7: Huisje in het bos

Starend kijk ik over het bevroren water de leegte in. In de verte gebeurt van alles. Achter het dichtbegroeide bos komt de zon langzaam op. Vroeger kon ik zo genieten van dit tafereel. Het lukt me niet meer. Nu zie ik alleen maar duisternis. Duisternis voor me, achter me, overal rondom me heen. Het is alweer een jaar geleden, maar het voelt als gisteren. Ik zie haar nog spartelen. Vechtend tegen het ijskoude water. Ik zat op dat moment op de veranda van ons kleine huisje hier midden in de Luxemburgse Ardennen. Ik rende naar haar toe, maar ik was te laat. Toen ik met mijn voeten in het water stond was er geen luchtbelletje meer te zien. Toch sleepte ik haar het water nog uit en probeerde ik haar in alle paniek nog te reanimeren. Tevergeefs.

Een aantal jaar geleden zijn we hier met zijn drieën naar toe verhuist vanuit de drukke stad. De boswachter voor mij ging met pensioen en ik kon zijn functie overnemen. Tegelijkertijd konden mijn moeder en Petter van hun oude dag genieten in de vrije natuur. Ze zouden gaan trouwen. Ik vond dit erg bijzonder. Na je zestigste toch nog het geluk en de liefde vinden bij elkaar. We genoten met volle teugen van ons nieuwe leventje.
En nu? Nu is er niks meer. Alles veranderde na dat drama van precies een jaar geleden.

De kille wind lijkt mijn naam te fluisteren: “Walter, Walter!” Het brengt mij terug in de wereld van het hier en nu. Ik hoor nog steeds mijn naam roepen. Het blijkt niet de wind te zijn maar Petter die opeens uit het niets naast me blijkt te staan. “Blijf hier niet staan jongen. Ik heb het je al duizend keer verteld. Jij kon er niks aan doen. Het was een stom ongeluk. Ze gleed uit. De stroming was te sterk. Het water te koud. Kom mee naar binnen, ik heb wat soep gemaakt om op te warmen.”
Met lichte tegenzin laat ik me mee nemen door Petter. Uiteindelijk doet Petters zelfgemaakte soep wonderen. Verwarmd door de heerlijke groentesoep halen we gelukzalige en grappige herinneringen op aan mijn lieve moeder. Alweer een jaar van ons ontnomen, maar eigenlijk nooit echt weg geweest.

VF01

Cursus Creatief Schrijven: Week 3-4

Vervolg op: Cursus Creatief Schrijven: Week 2

Op 16 november was het thema: personages. Achteraf zou dit mijn favoriete onderdeel zijn. Hoe breng je een personage in je verhaal tot leven?
Allereerst kregen we een aantal foto's voor ons waaruit we, zonder dat hardop te zeggen, één van uit moesten kiezen. Voor deze foto moesten we een personage dossier van maken. Welke eigenschappen had deze persoon? Wat is zijn/haar achtergrond? Zijn/haar karakter? Zelf koos ik voor een jongetje van een jaar of zes. De volgende stap was een fictief gesprek in een kattencafé te voeren met één van de medecursisten als jouw personage. Stap drie was dan een verhaal in de ik-persoon schrijven over dit gesprek. Hieruit kwam het volgende verhaal.

Opdracht 4: Het kattencafé

Ongeduldig zit ik op Papa te wachten tot hij mijn warme chocomelk met slagroom brengt. Het is een heel leuk restaurantje want op mijn schoot ligt een lieve poes uitgebreid te knorren. Dat heb ik in Zweden nog nooit gezien.
Opeens komt er een vreemde oude meneer bij me zitten. Hij stelt zich voor als Jan.
Jan is schilder en zegt dat ie wijn lekker vind. Dat Jan ook tekent vind ik leuk, ik teken ook graag, maar wijn? Bah! Wijn is vies. Dat mag ik ook nog niet eens. Ik ben toch pas zes?!
Jan vraagt of ik kan schaken. Nee, maar leer het me maar. Ik ben heel slim dus kan het vast wel heel goed!
Vanaf de bar kijkt Papa op. Wat doet die vreemde meneer bij Gerald? Hij komt naar ons toe en begroet de meneer. Het blijkt zijn oude meester te zijn van toen Papa gewoon nog hier in Nederland woonde en in Ermelo naar school ging. Wat toevallig!
Papa en meneer Jan raken in gesprek terwijl ik stilletjes van mijn chocolademelk geniet met de poes diep in slaap op mijn schoot.


Na deze opdracht, die gewoon tijdens de les gedaan werd, was het tijd voor de thuisopdracht. Een fictief verhaal met uitgediepte personages. De hoofdpersoon moest tot in de details uitgewerkt worden. Dan heb je ook nog de bijrollen welke ook belangrijk zijn voor het verhaal maar iets minder details nodig heeft. Als laatste heb je de flat-characters, welke gewoon voorbij komen maar geen belangrijke rol spelen voor het verhaal. Bijvoorbeeld de bakker waar je een brood haalt. Deze hoef je dan ook niet heel uitgebreid te omschrijven. De opdracht was schrijf een verhaal van ongeveer vijfhonderd woorden. Deze opdracht is bij mij ietwat uit de hand gelopen. Met een verhaal met twee hoofdpersonen, twee bijrollen en één flat-character en bijna elfhonderd woorden ging ik ruim over de richtlijnen heen. Maar zoals gezegd bleek ik hier erg veel plezier uit te halen. En omdat we voor dit verhaal maar liefst twee weken de tijd kregen, omdat er volgende week geen les zou zijn, kwam er elke dag wel weer een stukje bij. Een kleine inside joke is dat ik vrijwel alle vorige opdrachten van de cursus in het verhaal verwerkt heb, haal jij ze eruit? Maak kennis met Ginny en Gerald.

Opdracht 5: Ginny & Gerald

Het is de zomer van 2036. Terwijl Papa op zijn stoel op de veranda voor niets anders oog heeft dan zijn brief die hij aan het schrijven is gaan Ginny en Gerald in de achtertuin helemaal op in hun eigen wereld. Gerald, zes jaar oud, zit op het gras aan de rand van het bos dat aan de ruime achtertuin grenst. Daar zit hij driftig in zijn kleurboek te tekenen. Zijn grote zus van tien schommelt wat op en neer op de schommel die haar ouders aan de oude boom in het midden van de tuin hebben opgehangen en neuriet een eigen bedacht liedje terwijl het zachte zomerbriesje voorzichtig met haar lange donkere krullen speelt. In de verte klinkt zachtjes het geritsel van blaadjes alsof ze meezingen op de melodie van Ginny’s zelf bedachte deuntje.
Opeens komt Papa om de hoek kijken. “Ginny, Gerald, ik ga heel even deze brief op de post doen, ik ben zo terug, als er wat is is mama bij buurman Marcus. Lief zijn voor elkaar hé?” Broer en zus kijken elkaar met rollende ogen aan: “ja-ha” zeggen ze in koor.

Terwijl Gerald weer helemaal opgaat in zijn kleurplaat springt Ginny van de schommel en loopt richting het kleine, knusse huisje. Ruim een jaar geleden zijn Ginny en Gerald met hun ouders hier heen verhuist vanuit Nederland met het geld dat hun vader verdiend heeft als internationale topfotograaf. Hun kleine paleisje noemen hun ouders dit vrijstaande huisje in het Zweedse plaatsje Järna liefdevol. In het begin was het wel lastig een vreemd land en een vreemde taal. Maar al snel raakte het jonge gezin gewend aan de op zich zelf zijnde, maar vriendelijke mensen en met het rustige plattelandsleven omringd door de vele bossen en meren. Gerald sprak na enkele maanden al vloeiend Zweeds. Ginny heeft nog steeds moeite met de taal, met al die rare klanken. Het lijkt wel een sprookjestaal.
“Wil je ook wat drinken?” vraagt Ginny aan haar broertje. “Ja, lekker wat sinas!” waarop Ginny met haar meest volwassen grote zus stem reageert, die verdacht veel op die van haar moeder lijkt: “Het is nog geen weekend, dus dat mag nog niet!” “Nou doe dan maar wat ranja ofzo” antwoord Gerald met zijn armen over elkaar en een gezicht alsof zijn zus hem zojuist verteld heeft dat ie zijn hele leven lang moet nablijven op school.

Terwijl Ginny de ranja aan het inschenken is in de keuken hoort ze opeens een harde gil. Dat lijkt Gerald wel. Van schrik laat ze het glas met de nog onverdunde rode, vieze plakkerige vloeistof uit haar handen vallen. Het goedje stroomt over de keukenvloer tussen de glasscherven door als bloed uit een low-budget horror film. Ginny besteed hier verder geen aandacht aan maar rent zo hard als haar korte beentjes haar kunnen dragen naar buiten.
Als ze de deur uitstapt ziet ze haar broertje languit op zijn rug op de grond liggen. Zijn kleurboek verscheurt en verkreukeld naast hem en zijn kleurpotloden gebroken en verspreid over de grond. Boven hem hangt een enorm beest van minstens zeshonderd kilo. Zijn grote imposante gewei naar beneden gericht. Kleine donkere ogen kijken Gerald diep in de ogen aan. Ginny heeft zijn vaak zo bijdehante broertje nog nooit zo bang gezien. De tranen schieten in zijn angstige helderblauwe ogen. Ginny twijfelt geen moment en rent naar haar broertje toe en grijpt hem in zijn kraag om hem daar weg te trekken. Maar juist op dat moment begint het beest te steigeren en komt bij het landen in contact met de enkel van Gerald. Hij schreeuwt het uit van de pijn. Uit pure wanhoop schreeuwt Ginny het uit: “STOP!” Tot haar eigen verbazing komt het dier tot stilstand en kijkt het meisje met vragende ogen aan. Een groot contrast met de blik in Geralds ogen die nog steeds vol met angst zijn, maar deze keer met een vleugje verbijstering en niet langer op de eland maar op zijn zus gericht. Zijn mond hangt half open. Opeens hoort Ginny een stem, maar deze komt niet van Gerald die nog steeds met stomheid geslagen is. “Sorry mevrouw, normaal ben ik niet zo opvliegend. Maar ik stond rustig van wat heerlijke blaadjes te genieten in het bos toen ik opeens bekogeld werd door dennenappels door dat snotjochie hier.” zegt de stem. Ginny kijkt om zich heen en opeens komt het besef dat de stem afkomstig is van de eland die zojuist bijna boven op haar broertje stond. Ginny wankelt naar achteren, maar weet zich net op tijd te herstellen en zegt met een klein piepstemmetje: “Kan je praten?” Ondertussen weet Gerald zich langzaamaan te herstellen. Hij kan nog net uitbrengen: “wa- wa- wat zei je?” “Hoe bedoel je, wat zei je? Dat hoorde je toch? Ik riep stop omdat dat beest op het punt stond jou tot appelmoes te vertrappen en nu zegt hij opeens dat jij hem met dennenappels bekogeld.” “Hoe bedoel je? Ik hoor alleen gegrom en gehinnik. Zowel van jou als van dat lompje rot beest.” De Eland snuift een keer door zijn snuit waardoor Gerald achter uit kruipend en strompelend snel achter zijn zus gaat verschuilen. “Ik ben geen lomp rot beest. Ik ben een edel dier, ik ben een eland en mijn naam is Ebba” zegt de eland met zijn snuit in de lucht en zijn borst vooruit. “Hij zegt dat hij Ebba heet” vertaald Ginny. “Ebba? Zweeds voor dappere beer? Wat is er zo dapper aan een klein onschuldig jongetje te vertrappen?” foetert Gerald terug, die duidelijk alweer wat meer praatjes begint te krijgen nu Ebba wat rustiger geworden is. “En trouwens… ik was hier gewoon rustig aan het tekenen. Ik heb geen dennenappel aangeraakt. Ebba lijkt het verhaal van Gerald te snappen en vraagt aan Ginny: “wat denk jij? Vertelt hij de waarheid?” “Mijn broertje liegt niet. Maar wie heeft jou dan wel bekogeld? En waarom kan ik jou opeens verstaan en met je praten? Dat moeten we uitzoeken. Kan je ons eens mee nemen naar waar het allemaal begon?” Ebba drukt zijn snuit voorzichtig tegen de wang van Gerald aan als verontschuldiging, waarna Gerald een klein trillend handje uitsteekt en hem over zijn kop aait. Vervolgens keert Ebba zich om en loopt langzaam weer terug het bos in met Ginny en Gerald vlak achter hem aan. Op onderzoek naar wie zo’n mooi en lief beest toch pijn zou willen doen.

 

VF01

Cursus Creatief Schrijven: Week 2

Vervolg op: Cursus Creatief Schrijven: Week 1

Na alle brieven zijn we bij de les van 9 november een compleet andere weg ingeslagen, namelijk de poezie. En wel de kunst van de Japanse Haiku's en Senriu's. Haiku's zijn kleine gedichtjes die niet rijmen, meestal met de natuur of je omgeving te maken hebben en altijd bestaat uit drie regels waarvan de eerste en laatste regel vijf lettergrepen bevatten en de middelste zeven lettergrepen. Het is daarbij de kunst om te kijken naar je omgeving door de ogen van een kind die iets voor de allereerste keer ziet. Ook zijn Haiku's vaak seizoensgebonden. De Senryu heeft dezelfde zinsopbouw maar gaat vaak over personen of een situatie. De laatste regel bevat altijd een verrassende spot of grap. De Haiku was vroeger van de Japanse elite. De Senryu was het antwoord van het gewone volk op de Haiku.
De opdracht was om er ongeveer drie van elk te schrijven en de eerstvolgende les de beste haiku en beste senryu voor te dragen. Ik heb uiteindelijk voor de twee onderstaande gedichten gekozen.

Opdracht 3a: Haiku

Zingende blaadjes
Op de muziek van het bos
Stilte, kalmte, rust

Opdracht 3b: Senryu

Kunstwerk aan de muur
Maar het mooiste wat hij hier ziet
Is zijn spiegelbeeld

VF01

Cursus Creatief Schrijven: Week 1

Vervolg op Cursus Creatief Schrijven: Voorbereiding

Op woensdag 2 november hadden we dan eindelijk de eerste les. Na een korte kennismaking met deze gezellige groep vrouwen (ik was de enige man in hun midden) van alle leeftijden en het voordragen en doornemen van alle brieven en wat kleine schrijfoefeningen was het tijd voor de tweede thuisopdracht. Er werd doorgegaan op het brieventhema. Maar deze keer moest je een brief vanuit de toekomst naar jezelf van nu schrijven. Je mocht je fantasie de vrije loop laten gaan en dat was natuurlijk helemaal mijn ding!

Opdracht 2: Brief uit de toekomst

Järna, Zweden, 10 juni 2036

Hoi Jesse,

Je zal wel denken: “Is dit een grap? Een brief uit de toekomst, hoe dan?!” Deze brief is verstuurd via de Back-in-Timecapsule® de nieuwste uitvinding van DHL.

Ik schrijf deze brief vanaf de veranda van mijn huisje op het Zweedse platteland, ongeveer vijftig kilometer onder Stockholm. Vanaf hier kijk ik uit over het mooie uitgestrekte Zweedse landschap, terwijl ik in de verte wat elanden luid hoor burlen. Het is hier nog precies zoals dertien jaar geleden toen je hier voor het eerst was. De schone lucht, de mooie natuur met helder blauwe meren en het gevoel van ultieme vrijheid.
Gelukkig ben je nooit gestopt met fotograferen en dat heeft je geen windeieren gelegd. Vorig jaar kocht ik dit idyllische, sprookjesachtige huisje met het geld wat ik verdiend heb met mijn werk als fotograaf.
Morgen vertrek ik weer naar Los Angeles waar ik Jennifer Lawrence zal fotograferen ter promotie van haar nieuwste film. Daarna reis ik voor even terug naar Harderwijk waar ik bij De Kiekmure een tentoonstelling zal openen ter ere van mijn 25-jarige fotografie jubileum. Daarna maak ik gelijk van de gelegenheid gebruik om Ma en Ruud op te halen voor een weekje bij mij en mijn gezin in Zweden.
Wat zal ik na die drukke week blij zijn als ik hier weer op mijn stoel kan neerploffen. En terwijl ik daar dan wat deuntjes op mijn gitaar speel hoor ik in de achtertuin Ma druk in gesprek met haar kleinkinderen; Mijn zoon Gerald, vernoemd naar Oma Geertje, verteld over hoe goed hij inmiddels is geworden in korfbal bij de club die we zelf hebben opgericht omdat deze er nog niet was. En mijn dochter Ginny, wiens naam natuurlijk rechtstreeks uit de door ons zo geliefde Harry Potter-reeks komt, is net als jou een enorme creatieveling en vind het heerlijk om te schrijven en muziek te maken.
Dus beste Jesse, stop nooit met dromen want inmiddels leef ik letterlijk jouw droom, hier in het mooie rustige Zweden.

Groetjes,

De toekomstige jij.

VF01

Cursus Creatief Schrijven: Voorbereiding

Het was een afspraak die in mijn aller eerste week bij mijn toen nog gloednieuwe baan bij MFC Harderwijk besproken was. Ik zou via mijn werkgever een schrijfcursus gaan volgen zodat ik mijn schrijfskills kon gaan verbeteren. Na ruim een jaar was het dan eindelijk zo ver. Ik was ingeschreven bij de cursus creatief schrijven van Machteld Smit. Deze zou starten op woensdag 2 november 2022 en zou vanaf dan zes woensdagavonden in Het Klooster in Harderwijk gegeven worden.
Nog voor de eerste les kreeg ik al de eerste thuisopdracht die we vervolgens in de les zouden gaan bespreken. Deze luidde: schrijf een ansichtkaart (met daarop een afbeelding die jou het beste beschrijft) naar een medecursist met daarop wat schrijven voor jou betekend. Deze moest ook verstuurd worden (we kregen de adresgegevens uiteraard ook per mail toegestuurd) en vervolgens moest je ook nog een antwoord schrijven op de brief die je zelf ontvangen had, met daarin een beroemde quote van een dichter of schrijver. Uiteindelijk zouden we de ontvangen brief en het antwoord dat we hadden geschreven meenemen naar onze eerste les. Hieronder staan zowel mijn geschreven brief, als mijn antwoord op de brief die ik ontvangen heb.

Opdracht 1a: Mijn brief: Wat betekend schrijven voor mij

Hallo vreemdeling,

We kennen elkaar nog niet, maar dat zal snel veranderen. Er is mij gevraagd wat schrijven voor mij betekend. Dit is lastig om zo snel te verwoorden, want hoe verwoord je een gevoel? Natuurlijk kunnen goede schrijvers bij benadering aardig in de buurt komen, maar het zal nooit helemaal hetzelfde zijn. Toch ga ik een poging wagen.

Schrijven geeft mij een gevoel van vrijheid en creativiteit. Een manier om mezelf te uiten wanneer dat in een gesprek niet lukt. Ik hou er van om met humor en creativiteit mijn leven, gedachten en wat mij bezighoud op papier of op muziek te kunnen zetten. In mijn duisterste periodes bood het mij troost en tijdens mijn gelukkigste momenten bracht het me nog meer vreugde. Schrijven doe ik niet voor een ander maar voor mezelf en als ik daar dan toevallig iemand blij of trots mee zou kunnen maken is dat alleen maar een hele mooie bonus.

Ik kijk er naar uit om met jou en de rest van de groep kennis te maken en van elkaar te kunnen leren.

Groetjes, Jesse.

Opdracht 1b: Reactie op de brief van Leontine (incl. quote)

Hallo Leontine,

Allereerst hoop ik natuurlijk dat je een geweldige vakantie hebt gehad. Ik vond het mooi om te lezen dat kunst zo veel met je doet. Zelf heb ik misschien wat minder met de schilderkunst, maar des te meer met andere kunstvormen als fotografie en muziek. En daar draait het leven toch om? Doen wat je leuk vindt. Waar je hart ligt. Zoals een groot artiest, dichter en songwrighter ooit al eens zei: “Een man is succesvol als hij ’s morgens opstaat en ’s avonds slapen gaat en daartussen in doet waar hij zin in heeft.”
Zijn naam: Robbert Allen Zimmerman, beter bekend als Bob Dylan.

House at the lake

Roadtrip 2022: Op zoek naar de eland

In augustus '22 ben ik samen met Lisanne op roadtrip van tien dagen door Noord-Duitsland, Zuid-Denemarken en Zuid-Zweden geweest. Van deze roadtrip vol met avonturen en mooie belevenissen heb ik bij terugkomst in de weken er na een reisverslag gemaakt en een paar keer week een deel op mijn Facebook geplaatst. De eerste enkele weken na terugkomst (27 augustus) en de laatste een maand later (27 september). Hieronder nog één keer het volledige verslag.

Dag 1, zaterdag 6 augustus: Harderwijk-Paderstedt (Dui) 

Daar zaten we dan. Met zijn tweetjes voor in mijn rode Nissan Micra. Ikzelf achter het stuur en Lisanne op de bijrijders stoel. De navigatie ingesteld en klaar voor vertrek. En dan te bedenken dat we elkaar pas enkele maanden kenden.
Een klein half jaar geleden had ik een oproep op Facebook geplaatst voor een reisgenootje omdat ik niet in mijn eentje kon boeken voor de Wildcamps in Noorwegen en Zweden maar mij dit juist wel erg leuk leek om te gaan doen. Toen ik er eigenlijk al geen rekening mee had gehouden kreeg ik opeens een reactie van Lisanne. Ze was wel enkele jaartjes jonger dan waar ik naar op zoek was als reismaatje, maar eigenlijk vanaf de eerst chat was er al een klik. We besloten toch maar eens af te spreken, maar omdat de reactie van Lisanne wat aan de late kant was waren alle plekken voor de Wildcamps uiteindelijk volgeboekt toen we elkaar ontmoet hadden. Maar aangezien de klik zo goed was en we allebei toch graag op reis wilden gaan besloten we een alternatief te gaan zoeken.
En zo zaten we nu dus op deze zaterdagochtend in de auto. Op weg naar Duitsland, en van daaruit zouden we verder gaan rijden richting Zweden.

De eerste kilometers waren voor mij. Ik vond het stiekem toch wel erg spannend. Verder dan twee kilometer over de grens had ik nog nooit gereden en dan die Duitsers… ik hoorde van iedereen dat die zo als gekken over de weg heen scheuren. Uiteindelijk ging het eerste stuk voorspoedig en al snel reden we bij Drenthe de grens over. Even tanken in het Duitse grensstadje Meppen en Lisanne zou het volgende stuk gaan rijden.
Lisanne wilde graag naar een Duits wildpark. Echter kwamen we er al vrij snel achter dat het wildpark vlakbij de camping waar we de eerste nacht zouden overnachten niet haalbaar was, vanwege de vroege sluitingstijd en de aankomsttijd in Padenstedt. Toen ik, na een korte stop om te lunchen, mijn aller eerste kilometers maakte op de Duitse snelweg, wat uiteindelijk reuze mee viel, ging Lisanne op zoek naar een Wildpark die niet al te ver weg van de route af lag. Want ze moest en zou, al was het maar voor even, een wildpark bezoeken!
En uiteindelijk kwamen we toch rond een uur of vier in de middag aan bij “Wildpark Schwarze Berge” net voorbij Hamburg. Lisanne was als een kind zo blij. Als een meisje van zes huppelde ze langs de verschillende dieren. Haar enthousiasme werkte aanstekelijk op mij want ook ik kreeg een grote grijns op mijn gezicht en ik maakte direct van de gelegenheid gebruik om mijn nieuwe 70-200 objectief te testen. Voor de niet-fotografen onder ons: dat is een lens voor op mijn camera die uitermate geschikt is voor natuur, dieren en sport fotografie.
Met anderhalf uur waren we het hele park door gerend en begonnen we toch best trek te krijgen. Echter was het aanbod erg laag en de prijs erg hoog in het restaurant op het park dat wij zoiets hadden van laten we eerst maar door gaan rijden naar de camping.
En dus gingen we weer op pad, netjes om de anderhalf uur even van plek wisselen en weer verder. Echter bleek al snel dat het door alle tussenstops en ons uitstapje naar het Wildpark dat het een race tegen de klok zou worden, want we moesten voor 21.00 uur inchecken op de camping.
Uiteindelijk kwamen we rond 20.30 aan in Paderstedt. We bestelden eerst een afhaalmaaltijd bij het restaurant tegenover de camping, welke ook om 21.00 zou stoppen. Lisanne en ik waren allebei kapot van het vele rijden en het gewandel door het wildpark. Ik probeerde in het Engels de bestelling door te geven. Maar struikelend over mijn woorden van de vermoeidheid (Nederlandse en Engels woorden door elkaar halend) kwam dit niet helemaal aan bij de serveerster. Iets tot grote lol van Lisanne en een ander Nederlands koppel dat daar in het restaurantje zat.
Om tien voor negen kwamen we aan bij de receptie. Tien minuten wachtend en op de bel drukkend kwam er een wat norse Duitse man aan die het vertikte om Engels te praten en in het Duits mompelde dat we voor 21.00 moesten inchecken, waarna een andere Duitse man opmerkte dat we hier al even stonden te wachten.
Uiteindelijk hebben we eerst op het grasveld op Lisanne’s picknickkleed onze Duitse schnitzel afhaalmaaltijd opgegeten waarna we in het schemer de tent op zetten en niet heel veel later moegestreden onze slaapzakken indoken en in een diepe, maar korte slaap vielen. Want de volgende ochtend zouden we alweer vroeg onze reis vervolgen… 

Dag 2, zondag 7 augustus: Paderstedt (Dui)-Malmö (Zwe)

Nadat we rustig hadden gedoucht, ontbeten en de tent hadden afgebroken vervolgden we in de loop van de ochtend onze reis. Nog even snel tanken in Duitsland, want we blijven nu eenmaal Nederlanders en we zouden al snel in het veel duurdere Denemarken rijden, en voor we het wisten reden we de Duits-Deense grens over. Met de muziek lekker hard, zo nu en dan een tussenstop die een stuk korter waren dan de dag ervoor omdat we vooral aten en drinken als de ander reed schoten we aardig op. Toch was het al rond het avonduur toen we de grens van Denemarken met Zweden naderde. Bij de tolweg dachten enkele asociale Denen en Duitsers even voor te kunnen dringen terwijl wij al ruim twintig minuten aan het wachten waren, maar dat lieten wij ons natuurlijk niet gebeuren. Lisanne gaf ze geen centimeter ruimte om ertussen te kruipen.
Met keihard onze themesong van deze reis “Let it go” van Frozen (maar dan in een Metal-versie) reden we de brug over die ons in Zweden bracht. Eenmaal de grens over was het nog een kwartiertje rijden naar Malmö. 

Ons hotel stond midden in het centrum. We konden onze auto in de garage onder het hotel plaatsen en nadat we even kort de kamer hadden bekeken gingen we gelijk de stad in. Na een kort rondje door de stad zijn we bij een Italiaans restaurantje op zo’n 50 meter voorbij het hotel neergestreken waar we genoten van een heerlijke pasta.
Na afloop zijn we de stad nog wezen ontdekken en een avondwinkel ingedoken om nog wat boodschappen te halen voor de volgende dag. Echter waren we zo laat aangekomen dat we helaas niet genoeg tijd hadden om Malmö echt goed te kunnen ontdekken.
Maar we waren eindelijk in Zweden. Het land van vikingen, de vele meren en natuurlijk de Eland! En we hadden toen al besloten dat we Zweden niet eerder zouden verlaten voordat we dit imposante dier hadden gespot! 

Dag 3, maandag 8 augustus: Malmö-Vanersborg (Zwe) 

Vanaf Malmö zijn we de volgende dag in één rechte lijn door gereden naar Vanersborg. Echter dat was de bedoeling, maar door files en wegwerkzaamheden bij Göteborg, een stad die we in eerste instantie nog wilden bezoeken onderweg maar toch niet gedaan hebben omdat we toch liever naar de watervallen in de buurt van Vanersborg gingen, liet de navigatie ons door kleine dorpjes in de bergen rijden. Iets lastiger rijden dan over de snelweg was dat wel, maar de natuur en omgeving maakte een hoop goed!
Eenmaal in Vanersborg hadden Lisanne en ik een “briljant” idee bedacht. We hadden nog wat gasflesjes/pitjes in onze campingspullen zitten, dus besloten we eerst wat boodschappen te halen in het centrum van Vanersborg, door te rijden naar Trollhättan, en daar een picknick plekje te vinden en daar te gaan koken. Het begon goed. We hadden vlakbij de sluizen en waterval een plekje gevonden compleet met picknick tafel waar we konden gaan eten. Echter besloten na enkele minuten onze gaspitjes er mee op te houden en dus stonden we daar met onze rauwe kip, groente en rijst. Lisanne vatte het met één slogan, die later deze week nog vaak zou terugkomen, goed samen: “waarom zijn wij zo?”
We besloten op te ruimen en maar gewoon te gaan wandelen, op zoek naar die ene waterval.
Iets wat Tui in de reisomschrijving niet had vermeld was alleen dat de grote waterval maar enkele keren per dag zichtbaar waren, als de sluizen werden opengedaan. Hier kwamen wij dus achter na het uitvoerig lezen van de informatieborden. Toch begonnen we aan een wandeltocht door de bergen die vlak achter de sluizen lagen en die enkele uitkijkposten hadden vanwaar je de omgeving kan zien.
Terwijl ik nog wat aan het fotograferen was liep Lisanne op een gegeven moment voor me uit. Enthousiast kwam ze terug dat ze toch nog een watervalletje had gezien. Uiteindelijk daar zag ik hem ook. Het was dan geen enorme waterval maar toch: we hadden een waterval gezien!
We liepen verder. Uiteindelijk kwamen we weer uit bij een verharde weg. Daar keken we uit over een kerkje en enkele sluizen die ook een waterval wisten te produceren. Dat anderhalf uur lopen was toch niet helemaal voor niets geweest. We besloten uiteindelijk vanaf deze sluizen en waterval over de verharde weg terug te lopen en wat bleek: binnen een kwartier stonden we weer bij de auto. Opnieuw hoorde ik Lisanne roepen: “waarom zijn wij zo?!” 

Uiteindelijk keerde we terug naar het hotel waar we nog wat broodjes aten en een spelletje speelden voor we uitgeput in slaap vielen.  

Dag 4, dinsdag 9 augustus: Vanersborg-Solna/Stockholm (Zwe)

Eén van de grotere afstanden deze reis was die richting Stockholm. Maar omdat we wisten dat we langs talloze meren zouden rijden, het hotel in Solna 24 uur per dag geopend is voor incheck en we daar bovendien 2 nachten zouden overnachten dus tijd zat hadden om de volgende dag daar de omgeving te ontdekken, hadden we besloten dat we best tussendoor een uitgebreide tussenstop konden doen bij één van de meren. Het maakte tenslotte niets uit als we pas ’s avonds daar zouden aankomen. 

En dus kwamen we onderweg na wat gegoogle, zoeken en rijden over smalle bosweggetjes uit bij een afgelegen meertje waar we een frisse duik namen. Het was met een buiten temperatuur van 22 graden misschien wat fris, maar we konden natuurlijk Zweden niet verlaten voordat we een duik hadden genomen in één van de meren. Afgezien van ons waren er slechts enkele mensen, waarschijnlijk omdat het zo afgelegen was, maar ook omdat de hittegolf die op dat moment in Nederland woedde nog niet in Zweden was aangekomen. Nadat we nog even snel hadden geluncht en hadden gebeld met het thuisfront genoten we nog even van alle rust en het schitterende uitzicht over het water heen.
Maar na enkele uurtjes gingen we toch onze reis vervolgen.

Het was al avond toen we uitkwamen bij ons hotel in Solna. We kwamen aan bij het meest luxe hotel van deze reis. Het Friends hotel lag pal naast de Friends Arena, het voetbalstadion van AIK Stockholm en het Zweedse nationale team. De grote ronde ramen keken uit over Solna.
Nadat we onze spullen hadden achtergelaten brachten we een bezoekje aan de Mall of Scandinavia, de grootste shopping mall van Zweden, waar we nog wat winkels bekeken, boodschappen deden en uiteindelijk nog een hapje gingen eten.
Toen om 21.00 de winkels gingen sluiten hebben we de rest van de avond nog in de lobby van het hotel kaartspelletjes gedaan en natuurlijk plannen gemaakt voor de volgende dag.  

Dag 5, woensdag 10 augustus: Solna/Stockholm (Zwe) 

Ondanks dat we vandaag eens een keer niet zouden gaan rijden stonden we toch vroeg op, want we wilden vandaag veel doen en zien.
Na opnieuw een luxe ontbijt gingen we eerst een stukje wandelen naar de kasteeltuinen van Ullriksdal Slotsdal. Het was maar een half uurtje wandelen ernaartoe, dus dit was prima te doen. We kwamen helemaal tot rust in deze tuinen net buiten Solna. En natuurlijk mochten een paar foto’s niet ontbreken. We liepen rond het einde van de ochtend weer terug naar het hotel. Maar toen ging het even mis. Door alle wegwerkzaamheden rondom het hotel liepen we onszelf helemaal vast. Terwijl we recht op een hekwerk afliepen kwam als vanuit het niets een bouwvakker die daar aan het werk was op ons afgestapt en vroeg in vloeiend Engels waar we heen moesten. We wezen naar de overkant dat we naar het Friends Hotel moesten. Waarop deze vriendelijke Zweedse man ons meenam, het hek opzijschoof en ons een lift wees die naar boven zou leiden waar we bovenaan de brug zouden uitkomen. Van daar konden we de brug oversteken en kwamen we direct uit bij ons hotel. Een perfect voorbeeld van de vriendelijkheid en behulpzaamheid die vrijwel alle Zweden kenmerkten. 

Eenmaal in het hotel gingen we eerst via internet en later aan de balie van het hotel uitzoeken of we ergens een fiets konden huren. Wat bleek? Stockholm was zo’n 8 km en de eerste fiets verhuur zat pas op 6 km van het hotel. Dat had dus weinig zin. Wel konden we eventueel een elektrische step via een app huren die overal door Zweden heen stonden. Maar aangezien ikzelf nog nooit erop gereden had en Lisanne alleen een enkele keer op een stuk vlakker terrein dan in Zweden en die dingen behoorlijk hard gingen besloten we toch maar te gaan wandelen en dat hebben we geweten. Het duurde een kleine twee uur voor we het centrum van Stockholm in zicht zagen komen. De temperaturen begonnen inmiddels ook al wat op te lopen, dus we kwamen helemaal bezweet en uitgeput aan in Stockholm. We moesten nog even niet denken aan dat we ook nog terug moesten lopen. Maar we vergaten alles terwijl we door de straten van Stockholm liepen. We dompelden onszelf onder in de souvenirwinkeltjes waar we allebei nog een shirtje en koelkastmagneetje kochten als aandenken. Daarnaast struikelde je over de straatmuzikanten. Niet de sjofel geklede accordeon speler of eenmansbandje wat je in de Nederlandse steden nog wel eens ziet, maar jonge talentvolle muzikanten of bandjes die niet zouden misstaan in The Voice of Sweden.
Uiteindelijke liepen we verder richting het Koninklijk Paleis midden in de stad, waar we aan het eind van de middag aankwamen. We vielen met de neus in de boter. We hadden ons bezoekje aan het paleis niet voorbereid dus wisten niet wat ons te wachten stond. Een streng uitziende paleiswacht die zijn taak uiterst serieus leek te nemen dirigeerde ons met enkele handgebaren dat we achter de witte streep moesten staan. Wij hadden zo’n idee dat je geen ruzie moest hebben met deze man dus deden wat ons werd opgedragen. Terwijl ik net op tijd mijn camera klaar had gemaakt begon er een plechtige ceremonie zich af te spelen. Het was de wisseling van de wacht, vergelijkbaar met als die ene in Londen. Als een geluk bij een ongeluk dat we zijn wezen lopen in plaats van met de auto, step of fiets konden we dit aanschouwen. Want als we niet waren komen lopen waren we hier natuurlijk al veel vroeger geweest en hadden we dit allemaal waarschijnlijk gemist.
Na de ceremonie liepen we verder richting de haven. Onze buikjes maakten duidelijk dat het toch wel bijna etenstijd was. Dus terwijl Lisanne, na wat uitleg, was gaan experimenteren met mijn camera zocht ik een restaurantje uit op internet. Ik had gekscherend gezegd dat we toch op zijn minst één keer dat we hier waren Zweedse balletjes hadden moeten eten en tijdens die zoektocht naar de gehaktballetjes stuitte ik op een klein restaurantje op slechts vijf minuten lopen van waar we zaten.
Het was een klein eettentje in een achterafsteegje, uitkijkend over een grote kathedraal die volledig in de stijgers stond. Buiten stonden enkele tafeltjes. We namen plaats aan een wankel tafeltje. Achter ons was een Zweedse vrouw uitgebreid en luid aan het videobellen. We bestelden allebei de Zweedse balletjes met wat te drinken bij de serveerster. Net als bij alle voorgaande restaurantjes waar we gezeten hebben die week hoefden we niet lang te wachten op het eten. De Zweedse balletjes werden geserveerd met een soort van romige aardappelpuree, jus en wat besjes. Bij de eerste hap keken Lisanne en ik elkaar aan en we waren er allebei direct over eens: dit was de hemel! We hadden tijdens onze reis nog niet eerder zo lekker gegeten, we aten ons bord er bijna bij op. We wisten niet dat zogenaamd “simpele” gehaktballetjes zo lekker konden zijn. Na al dat gewandel (en nog zeker 8 km in het vooruitzicht) was dit precies wat we nodig hadden. En we vonden dit alles in een goed verstopt eettentje in één van de vele kleine steegjes in Stockholm. Voor we uit Zweden vertrokken wilden we dit nog eens eten. Helaas zijn we nooit meer zoiets tegengekomen, maar één ding was zeker: dit gerecht hadden de Ikea balletjes in Nederland voorgoed verpest!
Maar toen de rekening betaald was werden we vrij snel terug de realiteit in geworpen. We hadden nog een behoorlijke wandeltocht terug te gaan. De eerste pijntjes en vermoeidheid begon zijn tol te eisen. Er waren wat irritaties over en weer tussen Lisanne en mij, maar toch wisten we elkaar erdoorheen te slaan. Hele stukken lang zeiden we niets tegen elkaar, de volledige focus om door de pijn heen te lopen. En toch hadden we veel steun aan elkaar. De laatste kilometer was het meer slenteren dan wandelen. Uiteindelijk kwamen we gebroken aan in het hotel. Maar niets wat een warme douche en goede nachtrust niet konden oplossen. Vlak voor we gingen slapen bekeek Lisanne nog even haar stappenteller. We hadden meer dan 23 kilometer gewandeld die dag. Maar het was het allemaal waard. We hadden zo veel beleefd en gezien. We hadden grenzen verlegd. En de band die tussen ons toch al goed zat was na vandaag alleen maar sterker geworden. Geen wonder dus dat we moe, maar voldaan, in een diepe slaap vielen. Dromend over onze Zweedse avonturen, die gene die we al beleefd hadden en de genen die nog komen zouden, want tja waar zijn die elanden nou waar we al zo lang naar op zoek zijn?! 

Dag 6, donderdag 11 augustus: Solna/Stockholm-Linköping (Zwe) 

Voordat we die ochtend vertrokken moest ik, fotograaf als ik ben, natuurlijk eerst nog even wat fotootjes maken van Lisanne bij het grote ronde raam op onze hotelkamer met het uitzicht over Solna. Toen we dat gedaan hadden konden we vertrekken naar onze volgende bestemming.
De vermoeidheid begon toe te slaan en ook hadden we kennisgemaakt met onze nieuwe reisgenoot: meneer Spierpijn. Eenmaal in Linköping besloten we het dus rustig aan te doen. We bezochten het oude handelsstadje, ploften neer op een grasveldje in een parkje waar op dat moment net wat jazzmuzikanten aan het spelen waren, waarna we weer terugliepen richting het centrum om daar een hapje te gaan eten. In het hotel speelde we een kaartspelletje en een potje tafel voetbal en zo kabbelde de avond heerlijk rustig voorbij, wat ook wel eens lekker was na al dat gereis en al die verschillende indrukken. 

Dag 7, vrijdag 12 augustus: Linköping-Olofstrøm (Zwe) 

De volgende dag zouden we alweer vertrekken naar ons laatste hotel in Zweden. Net als op de route naar Stockholm deden we het heerlijk rustig aan want ook hier zouden we wat langer blijven dus hadden we alle tijd!
Eenmaal daar aangekomen besloten we het er eens van te nemen. Al die dagen hadden we gekozen om niet in het hotel te eten. Deels om kosten te besparen en deels omdat er gewoon genoeg leuke eettentjes en restaurantjes in de buurt lagen. Echter was Olofstrøm een klein dorpje in de Zweedse bergen waar de keus van restaurantjes niet enorm uitgebreid was en alles op de kaart van het restaurant in het hotel zag er zo goed uit dat we besloten een keer in het hotel te eten.
Dit was misschien wel één van de minst luxe hotels maar op afstand onze favoriet! De knusse uitstraling binnen en de omgeving was geweldig! Achter het hotel lag een grote tuin/park, waar we niet over uitkwamen of het hotel gewoon aan dat park lag of dat het bij het hotel hoorde. We ploften neer op het ruime terras aan een tafeltje naast de grote vijver. We hoefden opnieuw niet lang op ons eten te wachten en het was heerlijk! Het haalde het niet bij de Zweedse balletjes uit Stockholm, maar dit was zeker een goede tweede. De ingrediënten waren zo puur en dat was te proeven! Als nagerecht hadden we ijs met bananen, makarons en chocoladesaus wat zo lekker was dat we ons bord er bijna bij op aten. Eigenlijk wilden we na het eten nog een wandeling maken door het nabijgelegen natuurgebied, maar omdat het al donker werd toen we het hotel uitliepen werd het een kleine wandeling door Olofstrøm. 
Eenmaal terug in het hotel kwam het onderwerp toch snel weer terug op onze zoektocht naar de Eland. Een onderwerp die de laatste paar autoritten ook al enkele keren de revue hadden gepasseerd. De elandsafari’s die we onderweg gevonden hadden duurden vaak vier uur en werden aangeboden inclusief uitgebreide maaltijd. Het enige probleem was alleen dat deze veel te duur waren. Maar in de avond vonden we dan toch eindelijk de oplossing. Of dit echt de ideale oplossing was? Hebben we de elanden echt weten te vinden? Je voelt hem al aankomen… Zoals ze dat in Hollywood altijd zo mooi kunnen zeggen na een spannend moment zodat je de volgende keer ook weer kijkt… 

Dag 8, zaterdag 13 augustus: Olofstrøm (Zwe) 

Die ochtend stonden we op tijd op. Na opnieuw een uitgebreid ontbijt vertrokken we eerst naar het natuurgebied die we de vorige dag eigenlijk al wilden bezoeken. Allereerst gingen we op bezoek bij de kanoverhuur. Daar bleek uiteindelijk dat je de kano’s alleen voor een dagdeel kon huren en aangezien wij slechts maximaal twee uurtjes over hadden vanwege onze verdere zoektocht naar de elanden vonden we dat zonde van het geld dus zijn we verder het natuurgebied in gaan wandelen.
Na een heerlijk rustige wandeling in de natuur met uiteraard weer een aantal foto’s van de natuur en van elkaar te maken keerden we langzaamaan terug naar de auto. 

Het zou uiteindelijk een klein half uurtje rijden zijn. Het park zou pas in de middag opengaan. Het was ons helaas niet gelukt om in het wild elanden te spotten, maar als second best hadden we een elandenpark gevonden op ongeveer 20 tot 30 minuten rijden van het hotel vandaan. We waren aan de parkeerplaats te zien vrijwel de eerste bezoekers. We werden hartelijk welkom geheten door een wat oudere man, van wie dit parkje was en waar hij ook leek te wonen, die ons gelijk een uitgebreide uitleg gaf over het park en de dieren die er leefden. Voor een kleine vergoeding mochten we het park bezoeken. Naast de drie elanden die er leefden waren er ook nog andere dieren te vinden, waarvan sommige gewoon losliepen. Zijn blik viel op mijn camera en ik moest hem toch op het hart drukken om niet te dichtbij te staan om te fotograferen bij de elanden want deze dieren hebben en bloedhekel aan de flitsen. Ik legde hem uit dat ik mijn flits op deze camera niet nodig had, maar dat zou niks uitmaken want ze herkenden de “machines” uit duizenden na al die toeristen. Of hij een grap maakte of bloedserieus was hebben we nooit echt kunnen ontdekken maar we besloten wel voorzichtig te zijn. 

We waren net op pad of we zagen de eerste hertjes al in de verte staan. Niet veel later waren ze daar. De elanden! We moesten wel goed kijken, want ze lagen met dit warme weer, het was al rond de 30 graden, ver weg van het hek onder de schaduw van de bossen en in het hoge gras heerlijk lui te wezen. Zelfs met mijn grote telelens kon ik ze nog maar net op de foto krijgen. Toch een beetje teleurgesteld, omdat we de elanden niet beter konden zien, liepen we verder. Onderweg nog wat dieren tegenkomen.
Tussen de bomen door kwamen we uit op een privé strandje waar we even aan het meertje pauzeerden. Ook hier viel ons het mooie heldere schone water op. Na even genoten te hebben van het uitzicht liepen we weer terug richting het dieren gedeelte. Onderweg kwamen we nog een Duitse familie tegen, we waren dus toch niet zo alleen als dat we dachten.
Uiteindelijk kwamen we uit aan de andere kant van het park. We beklommen de houten uitkijktoren waarvan er een aantal door het park stonden, in de hoop dat we vanaf daar wel beter de elanden konden spotten. Helaas geen elanden, maar wel wat alpaca’s en andere dieren. Op een gegeven moment zagen we enkele hertjes met een noodgang het bos in sprinten op de vlucht voor een groep luidruchtige Duitse toeristen. Het was gedaan met de rust. Dit was ook niet heel bevorderlijk voor de dieren die tot dan toe aardig dichtbij durfden te komen maar door al dit lawaai op de vlucht sloegen. 

We liepen verder. We waren bijna rond toen ons iets in de verte opviel. Het gezin wat we eerder al tegenkwamen stonden bij het hek van de elanden. En daar stonden ze dan. Drie immens grote bruine gevaarten. Twee met gewei en één zonder. Ze aten letterlijk uit de handen van deze mensen die tenminste wél wisten hoe je je in de natuur en met dieren moest gedragen. Natuurlijk kwamen Lisanne en ik erbij staan. Als een stel iets te grote paarden aten ze de blaadjes rechtstreeks uit onze handen. Wat een machtige, magische imposante beesten waren dit. Wat voelde we ons klein naast deze grote dieren. Mijn camera maakte, op gepaste afstand, overuren en natuurlijk kwam ik ze zelf ook nog even bedanken met een maaltijd van blaadjes. Alle horrorverhalen over dat deze dieren zo agressief konden zijn leek niet voor deze exemplaren te gelden. Zolang jij maar lief voor ze was waren zij lief voor jou. Natuurlijk moet ik hierbij wel de kanttekening maken dat deze dieren in gevangenis leefden, mensen gewend zijn en dus in niets zijn te vergelijken met de elanden die in het wild leven. Maar toch nam dat niets weg van dit magische moment. Al onze reisdoelen waren op dit moment bereikt. Met als hoogtepunt deze prachtige dieren. 

Maar natuurlijk was de reis nog niet voorbij. Aan het eind van de middag reden we terug. Toen ik de heenweg naast Lisanne op de bijrijdersstoel zat leek het park nog best ver weg te zijn. Maar dit kwam waarschijnlijk omdat we vanaf het natuurreservaat kwamen. Nadat we eerst nog even kort aan het zoveelste meertje zijn wezen kijken kwamen we al na een minuut of twintig terug bij het hotel.
Iets verder op gingen we eerst een hapje eten, nadat we besloten niet direct terug naar het hotel te gaan maar een kleine wandeling te maken.
Terwijl we langs de makelaar kwamen waar de meest luxe huizen voor al omgerekend 150.000 euro verkochten werden zeiden we gekscherend met een kleine ondertoon van verlangen hier langer te blijven en dat we hier ook wel een huisje konden kopen. De grappige gesprekken wisselden we af met de meest diepe gesprekken.
Het was al donker toen ons wat lichtjes midden in een rots opviel. Er bleek een gat in die rots te zijn gemaakt en daarin was een complete trollenwoning met vlaggetjes, brandende kerstverlichting en poppen ingericht. Het leek de Efteling wel. Aan de buitenkant stonden twee standbeelden van grotere trollen de wacht te houden. Terwijl we met Manouk, Lissanne’s zusje, aan de telefoon, wat verder doorliepen kwamen we steeds meer beelden van trol-achtige wezens tegen. Het eindigde bij een speeltuin compleet in trollen thema. Terwijl Lisanne nog met Manouk aan het kletsen was viel mij iets op. “Kijk Lisanne, daar ligt ons hotel al!” Wat bleek dus was dat we gewoon een groot rondje hadden gewandeld en achter ons hotel waren uitgekomen. Dit trollendorp lag gewoon achter ons hotel en we hadden daar langer dan 24 uur voor nodig gehad om dat te ontdekken.
We hebben die avond tot bijna middernacht op het houten bankje, waar uit ook weer tweetrollen uit de leuningen waren uitgehouwen, in het speeltuintje doorgebracht. Pratend over koetjes en kalfjes of juist weer hele serieuze onderwerpen. We leerden elkaar hier nog beter kennen. Kon deze week maar voor eeuwig blijven duren. 

Dag 9: Olofstrøm (Zwe) – Ringstedt (Den) 

De volgende dag zorgden we dat we vroeg klaar waren om te vertrekken. Onze tijd in Zweden zat er bijna op, maar onze roadtrip zou nog wel even duren, want we wilden ook graag nog de stad van Hans Christian Andersen en de kleine zeemeermin bezoeken: Kopenhagen!
Voordat het zo ver was gingen we eerst die ochtend nog naar het Foteviken museum in Höllviken, hét Vikingmuseum van Zweden, aan de grens met Denemarken.
Zodra we binnenstapten waanden we ons in een oud Viking dorp. Medewerkers/vrijwilligers van het museum waren niet meer van elkaar te onderscheiden want veel bezoekers hadden zich bij de entree ook omgekleed tot ware Vikings. Voor de cosplayers en fantasy fans onder ons: het was een soort Elfia in het klein. De hele ochtend struinden we langs de kraampjes, workshops, oude huisjes en hoge uitkijktoren. Het was wel is waar een bliksembezoekje, maar dit pakten we toch nog even mee. Aan het begin van de middag stapten we weer in de auto, op weg naar Denemarken.

Drie kwartier later kwamen we aan in Kopenhagen. We parkeerden de auto net buiten de stad omdat we dure parkeerkosten wilden voorkomen, maar toen bleek dat het op zondag vrij parkeren is hadden we hem achteraf misschien wel wat dichterbij kunnen zetten. Natuurlijk gingen we, nu we de elanden en de Vikingen al gezien hadden op zoek naar een nieuw doel: de kleine zeemeermin! Op internet stond een bepaalde straatnaam aangegeven in Kopenhagen waar we moesten zijn. Echter stond daarbij niet dat deze straat meer dan zeven kilometer lang was. En met ons geluk kwamen we precies aan de verkeerde kant van de stad binnenlopen. We maakten er maar het beste van door te genieten van het pride-festivalletje wat daar net bezig was, de winkeltjes, de sprookjesachtige beelden en het levend standbeeld wat we allemaal onderweg tegen kwamen.
Het was al rond 17.30 toen we aankwamen bij het beroemde zeemeerminnen standbeeld. Het was hier zo druk met toeristen en we hadden op dat moment al zo veel gelopen dat het wat mij betreft toch iets tegenviel. Begrijp me niet verkeerd: Kopenhagen is een geweldige stad, maar het was geen Stockholm of Malmö.
Na een lange wandeling terug en een snelle hap bij de KFC stapten we pas na 20.00 weer in de auto. Lisanne bood aan om te rijden want dan kon ik de camping, die nog een kleine twee uur rijden was, even bellen of we zo laat nog wel terecht konden. De meneer aan de telefoon kwam met slecht nieuws: na 21.00 konden we niet meer inchecken dus we hadden gewoon pech. Wat nu? We hadden geen slaapplek. Moesten we nu maar in de auto slapen? Of de hele nacht doorreizen naar huis? Dat was gezien de vermoeidheid toch ook geen optie.
Ik besloot op hoop van zegen maar wat te gaan Googlen terwijl Lisanne ons Kopenhagen uit reed. 

De eerste camping die ik tegenkwam was er één op ongeveer 45 minuten rijden vanuit Kopenhagen. Ik bedacht me geen moment, wat we mochten niet kieskeurig zijn nu, om ze op te bellen. Ik kreeg een erg vriendelijke Deense dame aan de telefoon die mij vertelde dat ook zei om 21.00 weg zou gaan en dat terwijl onze navigatie aangaf dat wij waarschijnlijk net voor of net na die tijd zouden aankomen. Maar dit was geen enkel probleem. Ze zou aan de deur van de receptie een envelop plakken met wat informatie en douche muntjes en dan konden we de volgende ochtend ons wel melden voor de betaling en dergelijke.
We konden ons geluk niet op en iets na 21.00 kwamen we inderdaad uitgeteld de parkeerplaats opgereden op een afgelegen kleine familie camping in het plaatsje Ringstedt.
De envelop hing uit de brievenbus compleet met plattegrond waar we mochten staan en toegangspasjes voor de slagbomen. De pop-up tent was natuurlijk zo opgezet en we genoten nog even van het heerlijke weer op ons picknickkleed met de inmiddels bekende kaartspelletjes die we al de hele reis speelden voor we de tent in kropen.

Dag 10: Ringstedt (Den) – Harderwijk (Ned) 

De volgende ochtend werd ik al erg vroeg wakker. Ik kon daarna toch niet meer in slaap komen dus liet Lisanne nog even lekker doorslapen en besloot een klein rondje over de camping te lopen. Ik eindigde mijn rondje bij de receptie om ons even aan te melden en ook direct wat vers brood van de bakker te kopen. Dit was natuurlijk ideaal dat dit op de camping te koop was, want de voorgaande dag hadden we geen tijd meer gehad om ontbijt te regelen en de camping zelf lag in the middle of nowhere in de Deense natuur. Eigenlijk moest je dit een dag van tevoren reserveren, maar gelukkig voor ons lagen er nog wel wat broodjes achter die we konden kopen.
Voorzichtig maakte ik Lisanne wakker gesteund door de geur van versgebakken broodjes en gingen we rustig ontbijten. Na het eten gingen we rustig alles inpakken en gingen we uitchecken waar we bijna gewoon Nederlands konden praten. Alleen de vrouw achter de balie was Deens de overige mensen die daar liepen spraken allemaal Nederlands, want wat al snel bleek was dat deze camping erg populair was bij Nederlanders en Belgen.
Na de receptioniste uitgebreid bedankt te hebben vertrokken we weer. Onze energie was op en we wisten dat het de komende dagen zouden onweren, maar anders konden we hier in het Deense Zeeland aan de Noordzee nog best een paar dagen langer blijven. En de Skovly camping in Ringstedt is echt een aanrader voor de zee- en natuurliefhebber! 

Uren later reden we, met mij achter het stuur, zo de Duitse spits in bij Hamburg. Iets waar we niet rekening mee hadden gehouden. Het was maandag 16.00 en in Duitsland betekend dat einde werkdag en dus sta je dan met name in een drukke regio als Hamburg uren in de file. De navigatie stuurde ons vervolgens door een buitenwijk van Hamburg waarin nog maar eens bevestigd werd dat rijden in Zweden een stuk relaxter was dan in Nederland of Duitsland. Ik had er op dat moment al anderhalf uur rijden op zitten en Lisanne merkte aan mij dat ik het niet meer trok in dat drukke Hamburg rijden, ookal was ik te eigenwijs om dit zelf toe te geven. Op advies van Lisanne zette ik de auto langs de kant voor een korte chauffeurs wissel en behendig stuurde Lisanne ons door Hamburg.
Toen we eindelijk voorbij Hamburg waren werd het eigenlijk wel tijd om wat te eten. Ik vond via Google een Duits restaurantje wat slechts vijftien minuten van de snelweg, waar we inmiddels alweer reden, af was. Het duurde overigens wel even voor ik dit gevonden had want op maandag zijn veel winkels en restaurants dicht in Duitsland.

We kwamen uit bij een erg leuk en gezellig eettentje in Duitsland. Terwijl we vanaf ons plaatsje op het overdekte terras keken hoe de eerste regen sinds weken uit de hemel in de vijver stortte werden onze mega schnitzels aan tafel gebracht.
Met ons buikje weer vol vervolgden we onze weg. Het was nog een kleine vier uur rijden dus verdeelden we dit eerlijk onder ons beiden.
Lisanne reed eerst naar het Duitse grensstadje Meppen waar we uiteraard nog even snel de tank vol gooiden. We hadden het met deze tank wel nog net gered tot aan huis maar of ik voor €1,59 per liter in Duitsland tank of voor ruim twee euro in Nederland is nogal een groot verschil. We blijven toch Nederlanders hé?!
Lisanne was dood op en dus reed ik het laatste stukje naar huis, nog voor we de grens goed en wel over waren dommelde Lisanne tot een paar keer heerlijk weg en reed ik via Drenthe en Zwolle op een rap tempo naar Harderwijk. Het was half 12 ’s avonds toen we uiteindelijk aankwamen. We haalden de belangrijkste dingen uit de auto, de rest kwam morgenochtend wel, namen binnen nog een kopje thee en praatten nog wat na voor we in een diepe slaap vielen. Dromend over Duitse wildparken, blauwe meren, lange wandelingen, Zweedse balletjes, elanden, Vikingen, zeemeerminnen en schnitzels zo groot als pannekoeken. Dromend over Duitsland, Denemarken maar vooral het nieuwe land van onze dromen: Zweden. 

Proloog: Hoe het verder ging. 

Eenmaal terug in Nederland gingen we de volgende dag rustig op ons gemak nog even alle spullen uitzoeken en opruimen en ook nog even op bezoek bij m’n moeder en Ruud. Na een gezellige middag in de tuin in Ermelo vertrok Lisanne weer naar haar huis in Den Haag en ik zelf naar Harderwijk.

Ik had nog een half weekje vakantie, maar daarna begon het normale leven weer. Het was wel een hele omslag van het rustige en uitgestrekte Zweden naar het drukke en dikbevolkte Nederland waar je bovendien weer van alles moest. Werk, korfbal, drukke supermarkten. De periode van extreme rust en oneindige vrijheid was officieel ten einde.

Lisanne spreek ik nog bijna dagelijks en komend weekend gaan we elkaar weer, na een paar keer te moeten uitstellen, eindelijk weer zien. Vooral de eerste weken hadden we enorme heimwee naar Zweden, die gedachtes zullen wat vervagen met de tijd, dat merk ik nu al bij mezelf, maar helemaal weggaan zal dat niet en ik ga zeker nog terug want het was daar gewoon fantastisch. Ik heb in mijn leven al best wat behoorlijk intense of bijzondere reizen gemaakt, maar deze behoord absoluut zonder twijfel in mijn top drie thuis en er moet iets heel speciaals gebeuren om dit te overtreffen, maar ik doe mijn best. Op jacht naar meer bijzondere reizen en avonturen. 

 

 

Cover Auti-Biografie deel 1

Auti-Biografie deel 1: Sandwichkind

Half december 2021 was het eindelijk zo ver! Mijn aller eerste boek en wel een boek over mijn jeugd. Het neemt de lezer mee in mijn wereld en mijn zoektocht naar mezelf. Het beschrijft met name de struggels met het sociale leven, mijn diagnose Autisme/Asperge en mijn zo nu en dan lastige schooltijd. Maar ook de leuke dingen als mijn hechte vriendenclubje op de middelbare school, de vakanties en nog veel meer komen aan bod. Het heeft de toepasselijke naam 'Auti-Biografie deel 1: Sandwichkind' gekregen. Voorlopig is dit boek, vanwege de vele persoonlijke verhalen, enkel voor mijn inner circle beschikbaar, maar wie weet ga ik hem in de toekomst ooit nog eens herschrijven zodat deze ook voor een breder publiek toegankelijk is!

Copyright 2023 JR Design & Photography ©  All Rights Reserved